In Nederland hebben we een pragmatische kijk op geldzaken. Het Nederlandse budgetteringssysteem is gebaseerd op het principe van "eerst sparen, dan uitgeven" – een aanpak die generaties lang heeft bijgedragen aan financiële stabiliteit. Anders dan in sommige andere landen, waar krediet centraal staat, focussen Nederlanders zich traditioneel op het opbouwen van een buffer voordat grote uitgaven worden gedaan.
De eerste stap naar effectief budgetteren in Nederland is het maken van een duidelijk overzicht van je inkomsten en uitgaven. Dit betekent alle vaste lasten (zoals huur/hypotheek, verzekeringen, energie) en variabele kosten (boodschappen, vervoer, ontspanning) in kaart brengen. Nederlandse financiële experts raden aan om minimaal 10% van je inkomen opzij te zetten voor sparen, en nog eens 5-10% voor onvoorziene uitgaven.
Het Nederlandse bankensysteem ondersteunt deze aanpak met tools zoals automatische overboekingen naar spaarrekeningen op de dag dat je salaris binnenkomt. Zo zorg je ervoor dat je eerst spaart, en vervolgens leeft van wat overblijft. Dit "pay yourself first" principe is een kernaspect van de Nederlandse financiële discipline.